Voordat Lodewijk Napoleon koning werd van Holland hadden de rijke regenten en stadhouders de macht. Arm en rijk was een groot probleem geworden, omdat de arme bevolking niet blij werd. Ze mochten niks vertellen over het bestuur van het land, en dat vonden ze niet heel erg eerlijk. Uiteindelijk werden ze heel kwaad want de armenzorg werd niet goed geregeld. Zelf konden ze er niks aan doen dat zij niet rijk waren en de andere wel. Daarna kregen hoogopgeleide burgers kritiek op all luxe die zij niet hadden maar de rijke wel. Er ontstonden vele heftige discussies.

De mensen werden boos op de stadhouder van de Verenigde Nederlanden: Willem V van Oranje, omdat ze vonden dat hij zich enorm veel als koning gedroeg. Ze vonden ook dat hij veel te veel geld uitgaf en bijna niks deed voor het volk. De mensen die tegen hem      waren ( de patriotten ) wilden zelf hun regering maken en minder belasting maken. Ook hoopten ze op vrijheid van drukpers. Je had ook nog de Oranjegezinden die waren juist voor de Oranjes.

De patriotten vonden dat ze recht moesten krijgen op het bestuur van het land. Er kwam steeds meer ruzie en verdeeldheid omdat Willem V meer invloed op het land nam. Eerst werd dit met pamfletten en spotprenten uitgevochten.  In spotprenten maakten patriotten de Oranjegezinden en andersom. Pamfletten waren de voorlopers van de krant. De ruzies werden steeds erger en het liep uit tot gewelddadigere gevechten waarbij doden vielen.

Eerst woonde Willem V in Den Haag maar nu echt een patriottenstad geworden. Hij vluchtte naar Nijmegen. Wilhelmina  ( de vrouw van Willem V ) ging met de koets naar Den Haag om steun te zoeken tegen de Patriotten. Voordat ze überhaupt in Den haag waren werden ze al aangehouden door de patriotten. ze werden daarna gelijk weer teruggestuurd. Wilhelmina liet haar broer ( de koning van Pruisen ) een leger sturen van wel 20.000 man. Het leger versloeg de patriotten alleen hun leiders vluchtten naar Frankrijk.